Inleiding
Systeemvereisten
Profielen beheren
Profielen maken of wijzigen
Profielen verwijderen
Automatische profielselectie
Schakelen tussen profielen
TCP/IP configureren
Windows XP configureren
Beveiliging
EAP-TLS
EAP-TTLS
PEAP (EAP-GTC)
PEAP (EAP-MSCHAP V2)
LEAP
WPA-toegangscode
Status of diagnostische gegevens controleren
Huidige status controleren
Stuurprogrammagegevens controleren
Statistische gegevens controleren
Verbinding maken met een ander netwerk
Instellingen
Weergave van de signaalsterkte
Weergave van de gegevens
Weergave van het vernieuwingsinterval
Hulpmiddelen
Systeemvakpictogram Hulpprogramma voor probleemoplossing Radio in-/uitschakelen
AtherosAtherosAtheros
| |
LEAP-beveiliging gebruiken
Als u beveiliging wilt gebruiken in het Atheros-clienthulpprogramma, gaat u naar het tabblad Beveiliging in het venster Profielen beheren.
Voor LEAP-beveiliging moeten alle infrastructuurapparaten (bijvoorbeeld toegangspunten en servers) zijn geconfigureerd voor LEAP-verificatie. Vraag de systeembeheerder voor meer informatie.
LEAP inschakelen
- Selecteer het keuzerondje WPA op het tabblad Beveiliging. Selecteer WPA-LEAP in de vervolgkeuzelijst.
- of: Selecteer het keuzerondje 802.1x op het tabblad Beveiliging. Selecteer LEAP in de vervolgkeuzelijst.
- Klik op de knop Configureren.
- Geef een gebruikersnaam en een wachtwoord op:
Schakel de functie Tijdelijke gebruikersnaam en tijdelijk wachtwoord gebruiken in door een van de volgende keuzerondjes te selecteren:
- Selecteer het keuzerondje Windows-gebruikersnaam gebruiken als u de Windows-gebruikersnaam wilt gebruiken als LEAP-gebruikersnaam.
- of: Selecteer het keuzerondje Handmatig vragen om LEAP-gebruikersnaam en -wachtwoord als u zich handmatig wilt aanmelden met een gebruikersnaam en wachtwoord en het LEAP-verificatieproces wilt starten. Vervolgens wordt de gebruiker gevraagd om een gebruikersnaam en een wachtwoord bij elke aanmelding of wanneer de gebruiker Handmatige LEAP-aanmelding selecteert in het menu Actie.
Selecteer de optie Opgeslagen gebruikersnaam en tijdelijk wachtwoord gebruiken door het volgende keuzerondje te selecteren:
- Geef de LEAP-gebruikersnaam, het wachtwoord en het domein op voor het automatisch aanmelden.
- Geef de gebruikersnaam en het wachtwoord op.
- Bevestig het wachtwoord.
- Geef een domeinnaam op:
- Schakel de optie Windows-aanmeldingsdomein met gebruikersnaam opnemen in om het Windows-aanmeldingsdomein met gebruikersnaam op te geven bij de RADIUS-server. (standaardinstelling)
- of: Geef een domeinnaam op.
- U kunt de optie Geen netwerkverbinding tenzij gebruiker is aangemeld inschakelen zodat de verbinding met de draadloze adapter wordt verbroken nadat u zich hebt afgemeld.
- Geef de time-out voor de LEAP-verificatie op (tussen 30 en 500 seconden). Hiermee wordt bepaald hoe lang er moet worden gewacht voordat de verificatie wordt gekenmerkt als mislukt en er een foutbericht wordt verzonden. De standaardtime-out is 90 seconden.
- Klik op OK.
- Schakel het profiel in.
|